TheRockGroup’s kijk op de vereenvoudiging van de CSRD-rapportagestandaarden
Naarmate duurzaamheidsrapportage zich blijft ontwikkelen, is het essentieel dat de kaders die deze rapportage sturen zowel werkbaar als doeltreffend blijven. In reactie op het Omnibus voorstel om de CSRD te vereenvoudigen, heeft TheRockGroup feedback ingediend over de belangrijkste punten waar verduidelijking en aanscherping nodig zijn. In deze blog delen wij onze aanbevelingen voor vereenvoudiging van de CSRD, gebaseerd op praktijkervaring en gericht op het vergroten van relevantie en toepasbaarheid voor organisaties.
Wij onderschrijven de ambitie om de rapportagestandaarden te vereenvoudigen, maar vinden dat dit niet mag ten koste gaan van helderheid, consistentie of bruikbaarheid. Onze aanbevelingen richten zich op het beter afstemmen van de dubbele materialiteitsanalyse (DMA) en andere kernprocessen op de bedrijfsrealiteit, en op het verminderen van onnodige complexiteit. Zo kan de CSRD bijdragen aan duurzame prestaties, in plaats van te verworden tot een administratieve verplichting.
In onze feedback aan EFRAG hebben we drie hoofdpunten aangedragen, gebaseerd op onze praktijkervaring. Deze aanbevelingen voor vereenvoudiging van de CSRD weerspiegelen de uitdagingen die wij bij bedrijven zien in de omgang met het huidige ESRS-kader.
1. Duidelijkheid over de verwachte DMA-methodologie
De ESRS benadrukken dat bedrijven vrij zijn om hun eigen DMA-proces te bepalen. De implementatierichtlijn presenteert één mogelijke aanpak, maar stelt expliciet dat deze niet verplicht is.
In de praktijk blijkt die vrijheid beperkt. De rapportageverplichtingen sturen aan op een verwachte aanpak (met criteria zoals impactomvang, reikwijdte, onomkeerbaarheid, tijdshorizon, drempelwaarden, feitelijk/potentieel, waarschijnlijkheid, enzovoorts). Daardoor voelen bedrijven zich genoodzaakt om bepaalde impliciet voorgeschreven methodes te volgen. Vaak uit de behoefte om aan verwachte auditvereisten te voldoen. Hierdoor wordt de DMA een bureaucratisch, tijdrovend proces dat ver afstaat van de realiteit binnen de organisatie.
Onze aanbeveling voor vereenvoudiging van de CSRD:
Verduidelijk de verwachtingen. Kies óf:
-
voor echte methodologische vrijheid, en pas de rapportagevereisten daarop aan;
óf -
voor een duidelijk omschreven en uniforme methode die bedrijven met vertrouwen kunnen toepassen.
In de huidige vorm dreigt het ESRS een situatie te creëren waarin bedrijven de DMA óf onnodig ingewikkeld maken, óf niet aan vage verwachtingen voldoen. Een betere afstemming tussen de principes van flexibiliteit en de realiteit van rapportage zou zowel de efficiëntie als betrouwbaarheid van materialiteitsanalyses aanzienlijk verbeteren.
2. Inconsistentie in ESRS-thema’s
Hoewel ESRS1 AR 16 een lijst biedt van duurzaamheidsonderwerpen voor de dubbele materialiteitsanalyse, is deze in de praktijk lastig toe te passen. De onderwerpen verschillen namelijk sterk van aard:
-
Inhoudelijke variatie: Sommige onderwerpen zijn impacts (zoals watervervuiling of directe oorzaken van biodiversiteitsverlies), andere zijn impactfactoren (zoals gevaarlijke stoffen of energiegebruik), reacties (zoals klimaatmitigatie), of brede categorieën (zoals water).
-
Normatieve lading: Bepaalde thema’s zijn niet neutraal maar sturend geformuleerd. Zo impliceert “klimaatmitigatie” dat actie vereist is, terwijl “watervervuiling” een negatieve impact beschrijft zonder handelingsperspectief. Zelfs als onderwerpen inhoudelijk vergelijkbaar lijken, kunnen ze tegenovergestelde waardeoordelen bevatten.
Deze normatieve formuleringen bemoeilijken een objectieve materialiteitsanalyse en leiden tot verwarring en interpretatieverschillen.
Onze aanbeveling voor vereenvoudiging van de CSRD:
Ontwikkel een gestroomlijnde lijst van onderwerpen die inhoudelijk consistent zijn (bijvoorbeeld allemaal impacts) en geen normatief waardeoordeel in zich dragen.
3. De beperkte interpretatie van ‘circulaire economie’
Binnen de huidige ESRS wordt circulaire economie vooral gekoppeld aan materiaalgebruik, met bijbehorende indicatoren. Dit is echter te beperkt en doet geen recht aan wat circulariteit in de praktijk voor verschillende bedrijven kan betekenen. Relevantie hangt af van de context:
-
Materiaalgebruik: Voor bedrijven met een intensief grondstofverbruik of gebruik van kritieke materialen is rapportage over materiaalstromen en hergebruik cruciaal.
-
Productniveau: Sommige producten dragen dankzij hun ontwerp bij aan circulariteit (denk aan modulariteit, recyclebaarheid, of lange levensduur). Ook als het bedrijf zelf een beperkte materiaalefficiëntie heeft, kan het product een belangrijke rol spelen in circulaire ketens.
-
Bedrijfsmodel: Sommige bedrijven baseren hun hele strategie op circulaire principes, zoals lease-modellen, hergebruik, reparatie of deelplatforms.