Het leven van attractie tot attractie in de stad, van restaurant tot dure sportschool, tot merkkleding past niet meer binnen de grenzen van de planeet en van wat we als mens aan kunnen. We weten diep van binnen dat we onze status niet meer aan die dingen kunnen ontlenen. Met als gevolg dat we in een identiteitscrisis zitten, betoogt Cas Smitsmans.
‘If less is more, how you keeping score,’ vraagt Eddie Vedder zich af in zijn nummer Society. Met andere woorden: hoe gaan we ermee om als het statusbepalende karakter van (ostentatieve) consumptie wegvalt, zonder dat er iets voor in de plaats komt?
Met dezelfde vraag zie ik steeds meer mensen (onder wie ikzelf) worstelen. Ik bemerk dat de Randstedeling in een identiteitscrisis zit en in strijd is met zichzelf. Deze strijd ontstaat omdat er een spanningsveld is ontstaan tussen twee waardesystemen.
Enerzijds heb je het mentale model waarin groei en accumulatie diep zitten ingebakken: je studeert, daarna ga je werken en je dure hobby’s en je uitgaven stijgen gestaag mee met je salaris. Dit geeft ons een gevoel van zekerheid, waaraan we onze status ontlenen. En terwijl we ons bevinden in tijden waar we juist met minder zouden moeten doen, stijgen ons grondstoffengebruik en onze uitstoot dagelijks.
Jongeren vallen bij bosjes om
Anderzijds ontstaat er een steeds groter bewustzijn onder jongeren dat we als maatschappij tegen grenzen aanlopen: planetaire grenzen, maar ook sociale grenzen. De werkende jongeren vallen bij bosjes om met burn-outs. Hierin zit meteen ook de kern van het probleem, want het ouderwets consumentisme gaat nu gehuld in een rook van greenwashing. Duurzaam consumentisme is in de kern nog steeds niet duurzaam. Tegelijkertijd wordt deze manier van leven voor steeds minder mensen toegankelijk, Zo schreef Thijs Niemantsverdriet in 2022 in NRC: “De Zuidasmannetjes op hun VanMoofs en yogaleraressen, communicatieadviseurs met elektrische bakfietsen nemen steeds nadrukkelijker bezit van de fysieke ruimte.” Uiteraard gaat dit ten koste van een minder welvarende bevolkingsgroep.
Hoe ga je dan om met dit interne conflict? Hoe verhoud je je dan tot het beeld dat je altijd is voorgehouden? Hoe ga je om met dit gevoel van ongemak? Wetende dat deze vorm van zekerheid op drijfzand is gebouwd? Dit leidt tot een identiteitscrisis, omdat we onze status niet meer kunnen ontlenen aan dingen waarvan we diep van binnen weten dat het schadelijk is voor ons voortbestaan. Het leven van attractie tot attractie in de stad, van restaurant tot dure sportschool, tot merkkleding past niet meer binnen de grenzen van de planeet en de grenzen van wat we als mens aankunnen.
Havermelkelite
Het eerste coping mechanism waar de randstedeling zich mee wapent, lijkt ironie. Dit zorgt ervoor dat het consumentisme ongestoord kan doorgaan. De ironische houding is een schulderkenning, verhuld als een zogenaamd kritische houding. Op Instagrampagina’s waar de spot wordt gedreven met Randstedelijke clichés, zoals ‘Havermelkelite’’, ‘Schoudertassie’ en ‘Een uniek cliché’, lachen de yuppen zich in de rondte om de memes en grappen waarbij ze hun consumentengedrag typeren en waar iedereen zich in kan herkennen.
Wat vinden we het toch grappig dat we allemaal in dezelfde rijen staan, hetzelfde eten (zolang je de restaurants maar een maand van tevoren gereserveerd hebt), dezelfde kleding dragen. We vinden het zo grappig en praten erover in podcasts zoals VSR (Schaamteloos Randstedelijk) en op verjaardagen. In Frankrijk noemen ze ironie ook wel het wapen van de zwakke, het wordt steeds duidelijker waarom.
Aftakelend systeem
De ironische houding is het laatste middel van een aftakelend systeem, voordat we echt de confrontatie aan moeten gaan met onszelf en moeten zeggen: misschien is er een nieuwe manier van leven. Een manier die wél past binnen de grenzen van de planeet. Een manier die ons wel daadwerkelijk gelukkig maakt, in plaats van (onterechte) status geeft. Een manier van leven waarin we inzien dat het geld dat je uitgaf aan een VanMoof ook een maand onbetaald verlof had kunnen opleveren. Een manier van leven met minder stress om bezittingen, minder vergelijken met anderen. Ik zou zeggen, tijd voor een eerlijkere samenleving met minder ironie.
Bewustwording van dergelijke houdingen is vaak ietwat ongemakkelijk. De kop in het zand steken is een logische reactie, maar we moeten de identiteitscrisis erkennen en vaker het gesprek gaan voeren over een gezamenlijk toekomstbeeld waarmee we ons kunnen en willen identificeren. Laten we dit toekomstbeeld langzaam vormgeven. De eerste stap hierin is in ieder geval om bij de komende verkiezingen niet te kiezen voor een partij die haar standpunten baseert op ideeën van groei en accumulatie.
Cas Smitmans is consultant bij TheRockGroup en schreef dit artikel voor het Parool.